Read this article in the English language
Inleiding
Dit artikel is een boekrecensie van het boek āDe Bijbel en homoseksualiteit. Een hermeneutiek van de relevante Bijbeltekstenā. Robert A.J. Gagnon (Zelhem: Maatkamp, 2016), 710 pagina;s. De Oorspronkelijke Amerikaanse titel is: āThe Bible and Homosexual Practice Texts and Hermeneuticsā (Nashville TN, USA: Abingdon Press, 2002) In het Promise-magazine van oktober 2016 op pp. 16 en 17, stond al een korte recensie over dit boek. Wegens belang van dit actuele onderwerp, volgt hier een uitgebreide recensie.
Hoe dienen de teksten die in de Bijbel over homoseksualiteit en homoseksuele relatie staan, geĆÆnterpreteerd worden en wat voor gevolgen heeft dat voor onze morele visie vandaag de dag?
Doordat dit boek dunne bladzijden heeft, is het met 710 paginaās toch geen dikke pil geworden. Alleen de gedetailleerde inhoudsopgave telt al vijf paginaās. Het boek eindigt met een zeer uitgebreide index van schrijvers en antieke bronnen.
Het boek is zo goed gestructureerd dat (bijvoorbeeld) voorgangers het ook kunnen gebruiken als naslagwerk
De auteur van deze bestseller is universitair hoofddocent Nieuwe Testament aan het Pittsburgh Theological Seminary. Het boek is zo goed gestructureerd dat (bijvoorbeeld) voorgangers het ook kunnen gebruiken als naslagwerk. Hij levert een grondige analyse en zijn zeer uitgebreide pennenvrucht, met besprekingen van alle relevante situaties en teksten over het Oude Nabije Oosten, uit het Oude Testament en Nieuwe Testament, Apocriefen, Oud- en Nieuwtestamentische pseudepigrafen, Dode Zeerollen en verwante teksten, die vaak gepaard gaan met meestal lange voetnoten, soms met een verklaring en commentaar van de vertaler. Hij kent zijn klassieken, Misjna, Talmoed en Targoem, oude schrijvers zoals Philo en Joodse geschiedschrijver Josephus, Apostolische vaders, maar ook moderne auteurs zoals Brooten, Fee, Martin, Nissinen, Satinover, Scroggs, enz. Hij weerlegt tal van tegenwerpingen. Daarom kan dit boek met recht het meest volledige en gezaghebbende en academische boek over de Bijbel en homoseksualiteit worden genoemd. De vlag dekt dus hier ruimschoots de lading, want ook de hermeneutische relevantie van het bijbelse getuigenis wordt behandeld (denk aan: Ā is er sprake van een homoseksueel brein en gen, interculturele studies en dergelijke.
Hoewel goede wijn geen krans behoeft, schrijven 21 vooraanstaande theologen voorin hun aanbevelingen, terwijl er bij de Nederlandse editie een helder aanbevelend maar ook kritisch voorwoord is toegevoegd.
1. Argumenten
Gebaseerd op zijn indrukwekkende kennis van zaken en onberispelijke logica heeft hij systematisch, lexicaal, exegetisch, contextueel en historisch de zwakheden in de nieuwe interpretaties aangetoond. Hij toont op systematische wijze aan waarom alle pogingen om de Bijbelse verwerping van homoseksuele geslachtsgemeenschap te classificeren als irrelevant voor onze moderne tijd, geen recht doet aan de tekst van de Bijbel.
De relaties van homoseksuelen zijn tegennatuurlijk en onvruchtbaar.
De relaties van homoseksuelen zijn tegennatuurlijk en onvruchtbaar. Man en vrouw zijn anatomisch complementerend, in tegenstelling tot twee mensen van hetzelfde geslacht. Hieruit blijkt Gods bedoeling.
Voorstanders van homoseksualiteit vullen het zwijgen van Jezus over dit onderwerp ten gunste van hun mening in. In de context van het Jodendom van de eerste eeuw is het echter erg onwaarschijnlijk dat Jezus een compleet ander standpunt zou hebben ingenomen. Uit Jezusā beroep op Genesis1:27 en 2:24 blijkt dat Hij een exclusief heteroseksueel model van monogamie voorstond (p. 242). De voorschriften in de Tenach waren overduidelijk. Jezus legde geen verklaring af tegen homoseksueel gedrag, omdat Hij tijdens zijn bediening op aarde geen mensen heeft ontmoet die zich openlijk uitten als homoseksuelen en daarom ook niemand hoefde op te roepen om berouw te tonen voor homoseksueel gedrag (p. 295).
Het feit dat een tekst ergens over zwijgt, kan niet gelijkgesteld worden aan neutraliteit of openheid ten opzichte van het bedoelde onderwerp, laat staan aan steun, zonder dat men daardoor niet ook geschiedenis vervormt (p. 575).
Op descriptief niveau is er in de Bijbel geen enkele geloofsheld te vinden die zich ingelaten heeft met homoseksueel gedrag: geen patriarch, geen matriarch, geen profeet, geen priester, geen koning (en in elke geval David niet), geen apostel, geen discipel (p. 575).
De schadelijke gevolgen voor de homoseksuelen zijn aanzienlijk groter dan die van de haat- en lastercampagnes tegen hen. Denk maar aan aids, dat wordt geassocieerd met anale geslachtsgemeenschap en ongebreidelde promiscuĆÆteit (vrije seks), de homomoorden, het grote aantal gevallen van huiselijk geweld en sadomasochisme onder homoseksuele paren (p. 42). Homoās hebben een verkorte levensverwachting (pp. 51, 621). Veel meer dan heteroseksuelen hebben homoseksuelen allerlei problemen rond alcohol- en drugsmisbruik, soaās en aids (pp. 622, 623, 642), zware depressies en zelfmoordgedachten en -pogingen (vaak ten gevolge van een relatiebreuk) (pp. 624, 626, 627). Noch de anus, noch de mond zijn completerende openingen voor het mannelijke geslachtsdeel (p.334). Mond-anus contact (waarbij ontlasting opgenomen kan worden), anus-penis contact en mond-penis contact zijn verantwoordelijk voor een aantal infecties (p. 624).
Monogamie onder homoseksuelen blijkt haast niet haalbaar te zijn, en daarom is promiscuĆÆteit veelvoorkomend (pp. 601, 632, 633). De overgrote meerderheid van de relaties tussen mannelijke homoseksuelen houdt niet langer stand dan een paar jaar (p. 602). In een tijd waarin de maatschappij zich steeds meer en luider uitspreekt tegen roken, drinken om dronken te worden, drugsgebruik en onveilige seks, is de openheid van de maatschappij voor homoseksuele geslachtsgemeenschap met haar vele bijkomende problemen, ongewoon inconsistent. De hoge gezondheidskosten die de homoseksuele praxis genereert, worden gedragen door de hele, dus ook de heteroseksuelen, samenleving (p. 629). Het lijdt geen twijfel dat het bevestigen van de homoseksuele levensstijl zal leiden tot een toename van pedofiele activiteit (pp. 630, 631, 642).
Homo-belangengroepen willen āhomofobieā gelijkstellen aan racisme.
Homoseksuele lobbygroepen zijn nu al bezig om wetten uitgevaardigd te krijgen die fikse boetes opleggen aan iedereen die travestieten en transseksuelen ādiscrimineertā in de publieke sector, waarbij dat ādiscriminerenā dan zo ruim wordt opgevat dat het ook opgaat voor scholen die leraren het ārechtā ontzeggen om als travestiet naar hun werk te komen, en voor mensen die een transseksuele man die nog bezig is om vrouw te worden het ārechtā te ontzeggen om gebruik te maken van het damestoilet (pp. 634, 635). Homo-belangengroepen willen āhomofobieā gelijkstellen aan racisme (pp.636, 643).
Het aantal keren dat iets in het Nieuwe Testament wordt vermeld, is in zichzelf geen doorslaggevende factor wat betreft het belang ervan, zoals het voorbeeld over incest in 1Korinthiers 5 duidelijk laat zien (p. 570, voetnoot 154).
āIk voel dit en daarom vind ik dat ik het ook mag doenā kan de test van geen enkele levensvatbare lezing van de bijbelse ethiek doorstaan (p. 592).
2. Ex-homoās
Sommigen zijn dat geweest volgens 1KorintiĆ«rs 6:11. Gagnon weerlegt de stelling āeens een homo, altijd een homoā (p. 51). Homoās kunnen genezen (p. 276). Gezien het feit dat er bij veel homoseksuelen gedurende hun leven nogal een schommeling te zien is wat betreft hun positie op de schaal van Kinsey en het feit dat de grote meerderheid van de mensen die zichzelf als āuitsluitendā homoseksueel zien ook ervaringen heeft gehad met heteroseksuele opwinding (vaak zelfs met een orgasme), zal het eerste en meest logische antwoord op de vraag of homoseksuelen kunnen veranderen ājaā zijn (p. 552).
In het huidige politieke klimaat krijgen ex-homoseksuelen geen waardering in de maatschappij; ze worden zelfs zwartgemaakt door groepen homoactivisten (p. 561). We hebben een āwolk van getuigenā, duizenden ex-homoseksuelen in christelijke gemeenschappen in de Verenigde Staten en nog vele duizenden meer over de hele wereld die getuigen van de kracht van Gods Geest, die hun leven heeft veranderd en die hun seksuele bevrediging gaf in heteroseksuele huwelijken. Tegelijkertijd zijn er christenen die er in elk geval āaan de buitenkantā blijk van hebben gegeven dat ze grote moeite hebben gedaan om te veranderen en nog steeds niet in staat zijn gebleken om van een homoseksuele naar een heteroseksuele oriĆ«ntatie over te stappen (p. 563).
De zondige neigingen blijven bestaan, zelfs bij hen die gered zijn, maar voor gelovigen is het nu mogelijk om een leven te leiden dat (in elk geval grotendeels) door de Geest beheerst wordt (p. 566).
De Bijbel geeft ons maar twee mogelijkheden om seksuele gemeenschap te kunnen hebben: een levenslange monogame heteroseksuele relatie aangaan, of celibatair blijven.
3. Citaten
Het onteren van God leidt tot het onteren van jezelf (p. 343).
Seksuele gemeenschap met mensen van hetzelfde geslacht is, samen met afgoderij, een van de duidelijkste voorbeelden van bewuste onderdrukking van de openbaring in de natuur door de heidenen, aangezien daarmee de duidelijke anatomische geslachtelijke verschillen en functies worden ontkend (p. 345).
Paulus spreekt nergens over seksualiteit als een middelmatige zaak of een afgedankt overblijfsel van de Tora (zoals besnijdenis, spijswetten en feestdagen) als het afwijkt van enerzijds het celibaat of anderzijds van een blijvend trouw heteroseksueel huwelijk (p. 386).
De verboden tegen homoseksuele geslachtsgemeenschap zijn net zo absoluut als de geboden tegen incest en overspel. Het maakt gewoonweg niet uit hoe āgoed of liefdevolā het homoseksuele gedrag ten uitvoer wordt gebracht; het gaat om het simpele feit dat het überhaupt gepraktiseerd wordt (p. 455).
Alle vormen van homoseksueel en lesbisch gedrag waren verkeerd om de eenvoudige reden dat het geen normale geslachtsgemeenschap met iemand van het andere geslacht was (p. 471).
Het is verleidelijk om meer onder andere over sociologische onderzoeken te citeren.
4. Oorzaken
Dat er genetische oorzaken zijn voor homoseksualiteit blijkt niet uit wetenschappelijk onderzoek (p. 52). Samenvattend kan gezegd worden: de genetische invloed op homoseksualiteit, als die al bestaat, is relatief zwak in vergelijking met invloeden uit de familiesfeer, de samenleving en andere omgevingsfactoren (p. 526).
Omgevingsfactoren en psychologische factoren spelen nog steeds een significante rol in de ontwikkeling van homoseksualiteit (pp. 557, 558).
5. Conclusie
De boodschap uit Gods Woord is eensluidend: de seksualiteit betreft ƩƩn partner, buiten de familie en van de andere sekse ter completering en op voortplanting gericht (pp. 81, 82). Het is bepaald niet verbazingwekkend dat zijn conclusie kort samengevat is: niet homofilie (de aantrekking tot hetzelfde geslacht) is op zich zonde (pp. 637-639), maar homoseksualiteit op zich wel, want dat is al twintig eeuwen het standpunt van de christenheid wereldwijd. Reinheid en moraliteit zijn in Leviticus niet per definitie twee tegenovergestelde concepten; en bij Paulus zijn ze dat nooit (p. 164). Het gaat er niet zo zeer om welke neigingen een mens heeft, maar vooral hoe hij hiermee omgaat. Laten we een gruwel noemen wat God een gruwel noemt.
Als homoseksuele geslachtsgemeenschap een zonde is, moet de gemeente duidelijke beslissingen nemen in zaken als lidmaatschap en tucht.
Degenen die zich niet willen onthouden van homoseksuele geslachtsgemeenschap (idem bij incest, polygamie, overspel, prostitutie, pedofilie, bestialiteit of ontucht, kortom immoreel gedrag) mogen niet verkiesbaar gesteld worden voor een ambt in de gemeente. NB het gaat hier niet om neigingen, maar om praktijken. Daar komt bij dat als homoseksuele geslachtsgemeenschap een zonde is, de gemeente duidelijke beslissingen moet nemen in zaken als lidmaatschap en tucht (pp. 643, 644). Als we seksuele gemeenschap tussen mensen van hetzelfde geslacht veroordelen en daarna tekortschieten door onszelf niet actief en zelfopofferend in liefde en zorg uit te strekken naar homoseksuelen, betekent dat dat we net zoān afgestompt evangelie hebben als degenen die Gods liefde verwarren met āmensen accepteren zoals ze zijnā en die het nalaten om ook te spreken over de veranderende kracht van het evangelie (p. 647).
Gagnons conclusies zijn helder, scherp en toch ook pastoraal. Hij waarschuwt voor een afgezwakt evangelie en pleit voor zowel heiligheid als mededogen.Ā Als antwoord van de gemeente aan praktiserende homoseksuelen stelt hij voor om bereid te zijn om vriendschappelijk met hen om te gaan in een geest van nederigheid en om Gods vergeving aan te bieden, op grond van enkel een berouwvolle geest. Jezus verwarde liefde en een tolerante houding t.o.v. alle soorten gedrag niet met elkaar en dat moet de gemeente ook niet doen (p. 276).
6. Kritische noten
Helaas gaat de auteur uit van de moderne Bijbelkritiek, doordat hij bijvoorbeeld de bronnentheorie aanhangt en gebruikt. Hij heeft het in zijn magnum opus bijvoorbeeld over de ādeuteropaulinische brievenā (pp. 48, 481 en 571). Hij betwijfelt dus soms het auteurschap van Paulus en heeft zijn bedenkingen over de manier waarop Paulus tot zijn punt komt. Soms vindt hij zijn exegese van het Oude Testament niet echt overtuigend (p. 452). Dat moge zo zijn, we hebben nochtans te erkennen dat ook deze passages goddelijk geĆÆnspireerd zijn. Wel stelt Gagnon: āOver het algemeen vind ik Paulusā uitleg overtuigend en doorslaggevend ā een gezaghebbende les waardoor ik mijn eigen ervaring kan interpreteren en doorgevenā (p. 452).
Ook al is zijn bewering āHomoseksuele geslachtsgemeenschap vinden we niet terug in de dierenwereldā (p. 213, i.t.t. p. 234 voetnoot 23, 24 en 25 en p. 235) onjuist, dit geeft de mens nog geen permissie om zich beestachtig te gedragen. Trouwens later stelt hij dat Paulus gedacht kan hebben dat āhet feit dat ook in de dierenwereld de heteroseksuele geslachtsgemeenschap de algemene vorm van geslachtsgemeenschap wasā (p. 352).
Ik heb slechts ƩƩn drukfoutje kunnen ontdekken (āvouwā i.p.v. āvrouwā op p. 264, voetnoot 30) en ƩƩn stijlfoutje (āheel aantal leidenā i.p.v.Ā leidt op p.173.)
Kortom, in de hele LHBTIA+-discussie onder christenen moet dit boek leidend zijn en mag dus absoluut niet genegeerd worden.