De overrompelende vraag om orgaandonatie is wel de meest ongelukkige vraag op het meest ongelukkige moment (op de grijze grens van leven en dood) aan de meest ongelukkige familie. Voormalig huisarts, auteur en theoloog Ruud van der Ven vraagt zich af hoe wij na 100 of 200 jaar zullen terugkijken op dit tijdperk van transplantatiegeneeskunde: als een heroĆÆsch tijdperk of als een zijweg van de geneeskunde die we uiteindelijk verlaten hebben?
Alarmerend
Dit uitgebreid gedocumenteerde boek schudt ons wakker, maar Van der Vens oorspronkelijke studie, die ten grondslag ligt aan zijn boek, is nog wetenschappelijker en uitgebreider. Hij concludeert dat het publiek eenzijdig en verkeerd voorgelicht wordt, en zijn forse boek biedt niet alleen een noodzakelijk, maar ook een levensbelangrijk tegenwicht.
Hij concludeert dat het publiek eenzijdig en verkeerd voorgelicht wordt, en zijn forse boek biedt niet alleen een noodzakelijk, maar ook een levensbelangrijk tegenwicht.
Van der Ven begint zijn boek met een gefingeerd maar realistisch voorbeeld uit de wereld van de orgaandonatie, geĆ«nt op ware informatie van praktijkcasussen vol van dilemmaās.De schrijver verweert zich tegen de eenzijdige en veel te rooskleurige informatie ten aanzien van orgaandonaties, die onvolledig en soms onjuist is. Volgens de auteur wordt er veel te weinig gedaan om de donor te beschermen en vreest hij een verdere commercialisering van de orgaandonatie. De kosten hiervoor zijn gigantisch, terwijl lang niet alle patiĆ«nten in de wereld toegang hebben tot gezondheidszorg.
De een zijn dood⦠Een patiënt die een orgaan nodig heeft, hoopt dat spoedig een donor overlijdt zodat hij zelf kan verder leven, hoewel hij nooit echt genezen zal zijn en dus een patiënt blijft wiens leven alleen maar gerekt is. De rest van zijn leven zal hij medicijnen moeten slikken, onder andere omdat zijn lichaam het vreemde orgaan blijft proberen af te stoten.
Als een kerk orgaandonatie beschouwt als een teken van naastenliefde, is dat niet alleen manipulatief, maar ook discutabel. Is de donor zich wel bewust van het feit dat hij bij gebrek aan verdoving bij zijn donatie pijn lijdt en dat hij zijn leven inderdaad in eenzaamheid opoffert voor een ander? Commerciƫle belangen en belangen zoals status en eer van de chirurg spelen ook een grote rol. Een arts die organen uit de donor haalt, handelt dan niet naar de door hem afgelegde eed van Hippocrates: geen kwaad doen aan de patiƫnt. De apneutest (dat is een medisch onderzoek om te kijken of een beademde patiƫnt nog spontane ademhalingsactiviteit vertoont) bijvoorbeeld is heel schadelijk voor een patiƫnt en het uitnemen van een hart voor transplantatie is voor de donor uiteindelijk dodelijk!
Hersendood
De traditionele eigenschappen (zoals geen hartslag, geen ademhaling, geen pupilreflex, voelt koud aan, lijkstijfheid, lijkvlekken, enz.) van een overleden persoon zijn vervangen door een nieuw doodscriterium: de hersendood. De auteur verwerpt dit criterium met klem en onderbouwt zijn mening met een lawine aan medische feiten, die voor niet-medisch onderlegden niet altijd te volgen zijn. Het moet wel tot nadenken stemmen dat medische deskundigen het onderling lang niet eens zijn in het beantwoorden van de cruciale vraag wanneer iemand precies echt dood is. Er blijken maar liefst meer dan veertig verschillende hersendoodcriteria te worden gehanteerd! Sterven is een fluĆÆde proces. Er zijn levende spiercellen gevonden in lijken die al 2,5 weken dood waren. Hoe bestaat het dat een zwanger lijk wel een levend kind kan voortbrengen? Hersendoden kunnen wel waarnemen, maar niet communiceren en blijken na dagen weer tot leven te kunnen komen. Mensen met een hulpmiddel als een pacemaker, dialyse- en beademingsapparaat, kunsthart, enz. zijn ook nog steeds levende mensen, net zo goed als slapende mensen en mensen zonder hersenfunctie. Bovendien zijn mensen reanimeerbaar.
We kunnen hersendood beter hersenfalen noemen.
Alleen een levend persoon kan beademd worden, een stoffelijk overschot niet. Een stoffelijk overschot dat wordt beademd, wordt opgeblazen! De heftige reacties van zogenaamd dode patiĆ«nten bij de uitname van hun organen zijn analoog aan de heftige reacties van embryoās bij abortus provocatus en wijzen erop dat het tenminste waarschijnlijk is dat de āhersendodenā iets kunnen waarnemen. We kunnen hersendood beter hersenfalen noemen.
Mensbeeld
Een orgaandonor wordt gereduceerd tot een beademd stoffelijk overschot en een reserveonderdelendepot. Zo is er sprake van een materialistisch, reductionistisch mensbeeld: een lichaam bevat allerlei reserveonderdelen voor de recycling. Niet voor niets wordt familieleden van een orgaandonor sterk afgeraden om hun dode nog een keer te zien⦠Indrukwekkend is de beschrijving van de uiterst complexe levende cel. Geniaal! Wat een bewonderenswaardig groot geloof moet iemand hebben om vol te houden dat dit gewoon spontaan en vanzelf ontstaan is.
Veelzijdig
Het boek is vanuit de donor, de familie van de donor, de ic-verpleegkundigen en ic-artsen (die vaak zelf geen donor willen zijnā¦) geschreven. Ook schenkt de auteur aandacht aan alternatieven voor orgaandonatie, zoals een kunsthart, een steunhart, kunstalvleesklier (deze kunstorganen worden niet afgestoten) en de inzet van stamcellen.
Conclusie
āKortom, dit degelijke en voorwaar levensbelangrijke boek met onthutsende feiten is een must ter heroverweging voor alle voorstanders die zich al als donor hebben aangemeld, zoals D66, met als boegbeeld Pia Dijkstra. Maar ook de twijfelaars en onverschilligen ten aanzien van orgaandonatie doen er verstandig aan om tijdig kennis te nemen van de in dit boek opgesomde consequenties. In de 2e druk en in het E-book zijn wat oneffenheden gladgestreken. Kortom, lees dit boek vóórdat je actief of passief een orgaandonor blijkt te zijnā¦
Drs. Ruud van der Ven, Redactie A. Nijburg en E. W. J. Maatkamp ~ Orgaandonatie een zaak van leven en dood ~ Zelhem: Maatkamp, 2022 ~ 515 pag. ~ ā¬27,40 ~ E-book: ā¬11,99. Met illustraties in kleur.
Boekbeschrijving
Onverwachts word je ermee geconfronteerd. Je dierbare krijgt een ongeluk en wordt eerst āhersendoodā en daarna ādoodā verklaard. Voordat dit werkelijk tot je doordringt, wordt deze dierbare persoon met grote haast door de ziekenhuisgangen naar de operatiekamer gereden. Het kan ook zijn dat je geliefde 5 minuten na een circulatiestilstand dood wordt verklaard en daarna eveneens met grote snelheid naar de operatiekamer wordt gebracht. Doel is hierbij de organen in goede conditie te houden, zodat deze kunnen worden gedoneerd.
In dit boek probeert de auteur, voor zover mogelijk, in vier werelden binnen te gaan. De eerste wereld is die van de rouwende familie. Voor hen is de hamvraag of de āhersendodeā wel echt dood is. Hij of zij lijkt meer te slapen. Kan hij of zij nog denken of pijn voelen en is volledige narcose niet nodig? In het geval van de circulatiestilstand lijkt de persoon wel dood, maar is vijf minuten wachten voldoende om daar zo stellig over te kunnen zijn? Een tweede wereld is die van de verpleegkundigen en de artsen. Zij doen beroepsmatig wat zij kunnen. Echter, het grijpt de een meer aan dan de ander. Een derde wereld is die van āde hersendodeā die bijgekomen is en vol vuur verhaalt hoe hij of zij alles ervaren had. Er werd veel gezegd en gedaan rondom de patiĆ«nt. Deze had zich zo machteloos gevoeld om het āIk ben er nog!ā duidelijk te maken. De vraag rijst in hoeverre er nog sprake is van bewustzijn bij de ādodeā. Een vierde wereld is die van de ontvanger van de organen. De auteur geeft ook hen een stem.
Van wezenlijk belang is de vraag waar de exacte grens van leven en dood ligt. Is die er wel?
Voortdurend leven zij in angst en spanning of het orgaan, dat zij zo nodig hebben, wel op tijd komt. Van wezenlijk belang is de vraag waar de exacte grens van leven en dood ligt. Is die er wel? De auteur gaat in op de diepere achtergronden van de transplantatiegeneeskunde. Uit welke bron is deze geneeskunde ontsprongen? Het boek eindigt met een hoofdstuk over de alternatieven voor de transplantatiegeneeskunde. Ligt het nadeel in steeds weer mogelijke afstotingsreacties en bijwerkingen van veel in te nemen medicijnen? De vraag rijst of er een geneeskunde is zonder dit nadeel. Er zijn nog veel mensen die geen keuze gemaakt hebben voor of tegen het donorschap. In de nieuwe wetgeving betekent āniet kiezenā dat je automatisch donor bent. Moge dit boek eraan bijdragen dat door de lezer een goede keuze wordt gemaakt.