1. Inleiding en aanleiding
Hoewel Jehova’s Getuigen zich officieel ‘Christelijke Gemeente van Jehova’s Getuigen’ noemen, worden zij doorgaans niet tot een kerkelijke groepering gerekend, maar tot een van de grootste sekten ter wereld. Vormen de Jehova’s Getuigen met hun eigen Bijbelvertaling wel een aparte christelijke kerk of is er sprake van een gevaarlijk sekte? Als stichting houden we vaak sekten tegen het licht van de Bijbel. Zij worden gewogen en te licht bevonden. Over Jehova’s Getuigen is al veel gepubliceerd. Vaak werd tegen hun leerstellingen en praktijken ernstig en overtuigend gewaarschuwd. In dit artikel wordt de opstelling van de Jehova’s Getuigen, in het vervolg ‘JG’ genoemd, in de Tweede Wereldoorlog belicht.
Ook in mijn woonplaats Delft zou voor elke omgebrachte Jood in de Tweede Wereldoorlog een zogenaamde Stolpersteine of herinneringssteen geplaatst moeten worden. Het bestuur van de nieuwe stichting Herinneringsstenen Delft, waar ik zelf deel van uit maak, kreeg de vraag hoe het in WO II in Delft was vergaan met de JG. Om het antwoord op die vraag te vinden nam ik contact op met het Nederlandse hoofdkwartier van de JG in Emmen. Na enige tijd ontving ik informatie van hen. Tot mijn verbazing is er in de kritische literatuur heel weinig geschreven over de heldenmoed van JG in WO II. Dat kan komen omdat het aantal JG slachtoffers gering is. Er zijn uit Nederland ongeveer 198.800 doden van de Tweede Wereldoorlog te betreuren en daarvan bedraagt het aantal JG slachtoffers uit Nederland ongeveer 0,07 procent. Hoewel dit een zeer gering aantal betreft, is elk slachtoffer er een teveel. Eerlijk is eerlijk, hun consequent gedrag in de Tweede Wereldoorlog dwingt respect af. Maar naast rehabilitatie valt er meer te zeggen.
2. Wereldmijding
JG zijn wars van alle organisaties (politiek en kerk), behalve de eigen Watch Tower Bible and Tract Society. JG weigeren een vlag te groeten omdat dit als een vorm van beeldendienst wordt beschouwd. (In de VS hebben de JG ontheffing gekregen voor deze burgerplicht.) In een oorlog kiezen JG ervoor om neutraal te blijven. Daardoor werden zij door buitenstaanders nogal eens als staatsgevaarlijk gezien. Wel is het vreemd dat zij zeggen a-politiek en neutraal te zijn maar ondertussen elke regering en de VN als een werktuig van satan veroordelen. Bovendien werd het communistische systeem in hun bladen ‘De Wachttoren’ en ‘Ontwaakt!’ herhaaldelijk aangevallen. Volgens ds. S.P. van Assenbergh zijn de JG in feite anarchisten die de burgerlijke regering niet erkennen. Nochtans betalen zij wel hun belasting aan deze overheid.
Volgens ds. S.P. van Assenbergh zijn de JG in feite anarchisten die de burgerlijke regering niet erkennen. Nochtans betalen zij wel hun belasting aan deze overheid.
De militaire dienstplicht wordt door hen afgewezen en zelfs vervangende dienst wordt als een compromis verworpen, omdat vervanging toch op hetzelfde neerkomt. Veel van de dienstweigeraars onder de JG hebben tijdens de oorlog het concentratiekamp nota bene als de meest veilige plek ervaren. Zolang ze in een concentratiekamp in hechtenis zaten en de verklaring waarmee ze hun geloof zouden moeten verloochenen niet ondertekenden, waren ze veilig. Ze gaven daarom, ondanks alle kwellingen en ontberingen, de voorkeur aan het onzekere lot in de kampen boven het voorspelbare lot buiten de kampen.
Een JG kon dus zijn geloof afzweren en dan was hij vrij om te gaan, maar die mogelijkheid hadden Joden, Roma en Sinti uiteraard niet. Van de 468 gearresteerde JG in Nederland hebben 205 (40%) de Afzweringverklaring ondertekend. ‘Indien iemand gedreven door angst en zelfbehoud ook maar de geringste neiging vertoonde het document te tekenen, werd dit door medegelovigen uitgelegd als verraad. Dat betekende verwijdering uit de hechte gemeenschap van de Getuigen. En juist dit solide collectief bood soelaas in de afschuwelijke ontberingen. Tot de vrijlating, die nog wel enkele maanden kon uitblijven, was de uitgestotene op zichzelf aangewezen’.
Zij weigerden ‘Heil Hitler’ te zeggen, omdat zij alle heil van God verwachtten. Verder weigerden zij wapens te dragen en voor de oorlogsindustrie te werken. Omdat JG geweld hadden afgezworen en dus niet fysiek verzet, zoals sabotage, zouden plegen en bovendien goed werkten, werden velen van hen uitgekozen om te werken voor de staf van hoge officieren, een aanbod waar, paradoxaal genoeg, steevast op werd ingegaan. Daardoor kregen zij een voorkeursbehandeling. Zodoende dienden zij wel de nazi’s, maar zij zien dat zelf niet als een overtreding van hun neutraliteitsbeginsel. Omdat JG vervolgd werden om wat ze deden in tegenstelling tot Joden, Sinti en Roma om wie ze waren, krijgen Nederlandse JG geen plek op het Holocaustmonument in Amsterdam.
3. Vervolgingen en groei
Omdat zij uit de gratie van de fascistische ideologie vielen, wilden de nazi’s van veel bevolkingsgroepen af:
- Groep Slachtoffers
- Joden 6.000.000
- Etnische Russen/Sovjets 2 à 3 miljoen
- Etnische Polen 1,8 à 2 miljoen
- Roma/Sinti (zigeuners) 220.000 à 1.500.000
- Gehandicapten 200.000 à 250.000
- Vrijmetselaars 80.000 à 200.000
- Homoseksuelen 5.000 à 15.000
- Spaanse republikeinen 7.000
- Jehova’s getuigen 1.500 à 2.000
Omgerekend is het aantal JG dat omkwam in Europa ongeveer 0,017 procent van het totaal aantal slachtoffers.
Al heel vroeg: op 28 juni 1933 werden de persen voor hun lectuur in het hoofdkwartier in Maagdenburg stilgezet en weken later werd de lectuur verbrand. De organisatie van de JH werd verboden. In Nederland gebeurde dat al op 29 mei 1940. Nog geen drie weken nadat de nazi’s Nederland waren binnengevallen, vaardigden zij een geheim edict uit waarin de JG werden verboden. Op 10 maart 1941 werd het verbod door middel van een persbericht openbaar gemaakt. Daarin werden de JG ervan beschuldigd een campagne “tegen alle staats- en kerkelijke instellingen” te voeren. Als gevolg hiervan werd de jacht op de JG geïntensiveerd. Het door de JG gepropageerde Koninkrijk was blijkbaar pertinent onverenigbaar met het Duizendjarig Rijk van de nazi’s. Het Wachttorengenootschap moest dus ontmanteld worden. Uit Europa werden ongeveer 10.000 JG in concentratiekampen opgesloten. Zij waren daar herkenbaar aan een teken op hun kleding: een paarse driehoek met de punt naar beneden. Naast de Joden waren de JG de enige religieuze groepering die door een eigen symbool werd aangeduid. Ongeveer 1500 JG stierven in deze afschuwelijke kampen: bijna 400 JG werden geëxecuteerd, en de rest stierf door uitputting.
Vanuit Nederland waren dat er ruim honderd. Een andere bron noemt ongeveer 130. Zij zijn omgekomen als gevolg van mishandeling, ziekten en ontberingen. In totaal werden in de jaren 1940-1945 in Nederland ongeveer 500 JG gearresteerd. Maar ondanks de vervolgingen nam hun aantal toe. Telde Nederland in de zomer van 1940 ca. 500 JG, in 1944 was hun aantal gestegen tot ruim 1800 en medio 1945 tot 3125. Hun standvastigheid, vastberadenheid en de onwil om voor de bezetter te zwichten, inspireerden veel Nederlanders en deed hen zelfs besluiten ook JG te worden.
Het ‘Kerkgenootschap van de Jehovah’s Getuigen’ is de enige religieuze beweging die in WO II verboden en vervolgd is.
Het ‘Kerkgenootschap van de Jehovah’s Getuigen’ is de enige religieuze beweging die in WO II verboden en vervolgd is. Op de Joden na, werden van alle religieuze groeperingen de JG het hevigst vervolgd. (Ook al is Jodendom een religie en een volk, niet alle Joden waren immers religieus.) Hoewel de Gestapo (de geheime staatspolitie) alle kerken in het oog hield, was er maar één organisatie die zij fel vervolgde: de JG. De JG waren de enige religieuze groepering die een consequent, georganiseerd standpunt tegen het naziregime innam. Deze vervolging mag opgevat worden als een groot compliment. Moed om tot passief verzet te komen, putten zij uit Jes.51:12 ”Ik- ikzelf ben het die ulieden troost. Wie zijt gij dat gij bevreesd zoudt zijn voor een sterfelijk mens?” . Zij toonden een grote geloofskracht en groot geloofsvertrouwen. ”Veruit de meesten hunner hebben daar bedreigingen en martelingen ten spijt, geweigerd hun leer te verloochenen”.
4. JG en Joden
”Vrijwel direct nadat de nazi’s in 1933 de macht grepen, verboden zij het Wachttorengenootschap. Het nieuwe regime had de indruk dat de beweging nauwe banden onderhield met de Joden. Omdat van zo’n relatie nooit sprake is geweest, haastten de Duitse leiders van de Getuigen zich om deze Joodse connectie te ontkennen. Zij geneerden zich daarbij niet voor antisemitische opmerkingen. Dit kan zijn ingegeven door overlevingsdrang, maar de toenmalige president van het Wachttorengenootschap, Rutherford, had het Jodendom al in eerdere publicaties in negatieve stereotypes afgeschilderd. In een persoonlijke brief aan Hitler werd nog verzekerd dat de doelstellingen van de Getuigen in ‘volledige harmonie waren met die van de Duitse regering’”.
JG zien geen plaats voor Israël en vergeestelijken Israël. ”De oprichting van de hedendaagse staat Israël is niet in de Bijbel voorzegd, maar de oprichting van de geestelijke natie Israël beslist wel!” De rol van Israël zou uitgespeeld zijn, blijkens dit citaat van de JG: “‘In de eerste eeuw stond God toe dat de Romeinen Jeruzalem verwoestten (Mat. 23:37-24:2). Maar daarna heeft God nooit meer een etnische groep uitgekozen die voor speciale voorrechten in aanmerking kwam of die straf moest ondergaan. Voor God is er ‘geen onderscheid tussen Joden en andere volken”. (Rom.10:12 GNB)’ . Dit is echter in tegenspraak met hun eerste president van de JG: pastor Charles Taze Russell en zijn opvolger Rutherford, die nota bene actieve zionisten waren! De Ruiter maakt het aannemelijk dat zionisten (B’nai B’rith) Russels organisatie (de JG dus) als tegenprestatie financieel steunden. Er kwam echter een opvallende koerswijziging: vanaf 1932 beweerde het Wachttorengenootschap dat de zionistische profetieën in de Bijbel toch geen betrekking op de Joden hadden. Het zionisme werd toen ineens gezien als een werk van de duivel. Tot 1939 werden er meer antisemitische uitingen gedaan in de publicaties van het Wachttorengenootschap. JG ontpopten zich opeens als antisemieten. Het Wachttorengenootschap heeft ten tijde van de Tweede Wereldoorlog nooit officieel tegen de Jodenvervolging geprotesteerd.
5. Niet idealiseren
De moed en standvastigheid van JG zijn bewonderenswaardig. Niet alle JG leefden echter een voorbeeldig leven. De JG zelf verhieven de JG-slachtoffers van de naziterreur tot onvervalste helden. Maar met alle respect, daar valt toch wel wat op af te dingen. Een vrouwelijke Duitse getuige in een concentratiekamp verklaarde bijvoorbeeld: ”Zoals de Wachttoren de zaken voorstelt, is het in werkelijkheid niet steeds geweest. Weet je, niet de vervolging door de nazi’s was voor ons het ergste, maar de onenigheid onder de getuigen zelf. Veel getuigen hebben elkaar over en weer uitgeleverd en verraden. … Wij werden er door het Genootschap op gewezen dat we niets wat de gemeente betrof, mochten verraden. In geval van arrestatie mochten we geen namen van broeders, geen adressen en geen illegale dienstcentra verraden. We moesten eenvoudig doen alsof we nergens van wisten.
En vervolgens, als we de idee hadden dat we de Gestapo om de tuin hadden geleid en de broeders en zusters hadden gedekt, werd plotseling zo’n broeder binnengebracht en die verried glimlachend alles wat je met op elkaar geklemde kaken had verzwegen. Dikwijls betrof het een broeder, die eerst een vooraanstaande positie had bekleed, dat was vreselijk. Maar nog erger dan dit alles was de onderlinge verhouding onder ons zusters. … Wat een gemene ruzies waren er van ’s morgens tot ’s avonds! De een beweerde dit, de ander dat en ieder wilde gelijk hebben. … Men had ons onafgebroken de heldenmoed van deze Duitse getuigen in alle kleuren geschilderd, maar nooit vermeld onder welke vreselijke onzekerheden en twijfel ze voor hun geloof waren uitgekomen, voor een geloof, dat vóór alles in de Wachttorenlectuur zijn neerslag vond en daarom direkt [sic] begon te wankelen als deze lectuur niet meer voorhanden was”.
Leiders bekommerden zich niet over JG in concentratiekampen. Het getuigenis van een JG die naar eigen zeggen ‘dertig jaar in de greep der Jehova Getuigen is geweest’, luidt als volgt. ”Ofschoon men altijd betoogd en geleerd had, dat men in de Theocratie voor Gods werk zorg droeg, veranderde men nu van front en liet het aan onszelf over. Het liet de leiders koud, of dit nu gevangenschap, concentratiekamp of wat ook betekende. Zij wilden niet verantwoordelijk zijn, naar zij zeiden, en schoven alle verantwoordelijkheid voor ons van zich af”.
De Ruiter onthult nog meer hierna volgende schokkende feiten die hij heeft gedocumenteerd:
- De tweede president van het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap (later de JG genoemd), J. F. Rutherford wees erop dat zelfs Jehova en Jezus Christus aan de kant van de nazi’s stonden. Niet Hitler, maar satan was de vijand van het Wachttorengenootschap.
- Rutherford verklaarde dat het de commerciële Joden van het Brits-Amerikaanse wereldrijk waren die de Grote Zakenwereld opgebouwd en in stand gehouden hebben, als een middel om de mensen uit vele landen uit te buiten en te onderdrukken. Uit meer van dit soort uitspraken blijkt dat hij zijn hoog geroemde neutraliteit ver achter zich heeft gelaten.
- De plaats van een congres van de JG in de Sporthalle Wilmersdorf te Berlijn op 25 juni 1933 was voorzien van hakenkruisen en het congres werd geopend met het Duitslandlied.
- De brief van Rutherford aan Hitler was een loyaliteitsverklaring van de Internationale Vereniging van ernstige Bijbelonderzoekers aan het nazi-regime.
- Rutherford beriep zich op punt 24 (‘Wij streven naar de vrijheid van alle religieuze belijdenissen in de staat, voor zover zij niet het bestaan ervan bedreigen of indruisen tegen de zeden en de moraal van het Germaanse ras.’) van het partijprogramma van de NSDAP. Hierin bestempelde hij het Wachttorengenootschap als de vertegenwoordiger van het christendom en verklaarde hij de oorlog aan mensen van het Joodse geloof en van Joodse afkomst.
- Rutherford beschouwde de onderhandelingspogingen van de JG met de nazi’s in Duitsland waarschijnlijk als mislukt. Vanaf dat moment werden de gewone volgelingen van het Wachttorengenootschap gebruikt om het martelaarschap uit te lokken. Een klimaat van vervolging kon zo voor propagandadoeleinden worden gebruikt.
- SS-bevelhebber Heinrich Himmler wilde, nadat het reusachtige communistische Rusland veroverd was, daar de rust herstellen door middel van de religie van de JG.
- JG kregen in Auschwitz en Ravensbrück steeds meer bewegingsvrijheid en werden soms zelfs vrijgelaten. Uit Berlijn kwam later het bevel om de JG onder andere gevangenen te verspreiden, waardoor zij met hun leer meer mensen konden bereiken, en in het bijzonder met Russen konden spreken om hen te bekeren. Zo konden ex-communisten beter in de pas met de nazi’s lopen.
- vanaf 1943 werden nota bene in bepaalde concentratiekampen niet alleen lectuur, traktaten in verschillende talen en het nieuwsblad ‘Nieuws over Gods Koninkrijk’ gepubliceerd –dat kon niet zonder medewerking van hogerhand: H. Himmler-, maar dat er zelfs in deze kampen ook boekstudies en lezingen werden gehouden, zodat er bijvoorbeeld in Ravensbrück 300 jonge Russinnen JG werden.
6. Conclusie
In dit artikel is geprobeerd om een eerlijke en genuanceerde weergave te geven van de houding van de JG in de Tweede Wereldoorlog. Niet alles is zwart, niet alles is wit en niet alles is grijs. Achteraf is iedereen profeet. Wat mij betreft, verdient ook elke in de Tweede Wereldoorlog omgebrachte JG een Stolperstein of Herinneringssteen.
Literatuur
- Voorbeelden uit de Nederlandse lectuur
- Ds. S.P. van Assenbergh, De Valse Godsdienst der Jehova’s Getuigen, (Dordrecht: J.P. van den Tol, 4e druk 1976), 136 pp.
- M. van Dijk, Het kerkgenootschap van Jehova’s Getuigen christelijke vrijheid of
fundamentalistische intolerantie? (Schiedam: drukkerij Groenoord, 1994), 30 pp. - Josy Doyon, Herders zonder erbarmen, tien jaren Jehova’s Getuige verslag van een dwaaltocht (Baarn: Ten Have 4e druk 1980), 204 pp. Vertaling van Hirten ohne Erbarmen (Zürich: Zwingli Verlag , 1966)
- J.G. Fijnvandraat, Jehova’s Getuige mag ik ook wat zeggen? (Apeldoorn, Medema, zj), 119 pp.
- Raymond Franz, Gewetensconflict (Utrecht: Ten Have, 1998) 440 pp., vertaling van Crisis of Conscience The stuggle between loyalty to God and loyality to one’s religion (Atlanta: Commentary Press. 1e editie 1983, 2e editie 1992)
- Johannes de Heer, Anti-christelijke stromingen en dwaalleringen De Jehova’s Getuigen (Doorn: Het zoeklicht, 8e druk 1972), 68 pp.
- Alan Rogerson, Miljoenen die nu leven zullen nooit sterven, afkomst, opkomst en toekomst van de Jehova’s getuigen (Baarn, Bosch & Keuning N.V., 1971) 221 pp., vertaling van Millions now living will never die (Londen: Constable & Co, 1969)
- Maurice en Jeanett Rosé, Achter de glimlach van Jehova’s getuigen (Emmeloord: uitgeverij A.V.C., 1991), 136 pp.
- Robin de Ruiter, De verborgen macht achter de Jehova’s Getuigen, (Hoornaar: Gideon, 2001) is eerst verschenen in het Spaans en Duits, 227 pp.
- William J. Schnell, Dertig jaar in de greep der Jehova-Getuigen (Groningen: Jan Haan N.V., 1958), 240 pp.
- E. Smit, Zijn de Jehova’s Getuigen ook getuigen van Jezus? (Amsterdam: Moria, 3e druk 1975), 16 pp.
- Ds. H.J. Spier, De Jehova’s getuigen en de bijbel (Kampen: Kok, 1971), 192 pp.
- Ds. H.J. Spier Getuigen van Jehova of van de antichrist? (Delft: van Keulen, 1952), 48 pp.
- Walter Tessensohn, Jehovah’s getuigen, ontwaakt! (Heiloo: Wes Stonehens, 2015), 250 pp.
- A.P. Wisse, De Jehova’s getuigen aangeklaagd (Kampen: Kok, zj), 143 pp.
2 https://herinneringsstenendelft.nl/
3 DVD Getuigenverslag Jehova’s Getuigen tijdens het nazisme. (2002); Auschwitz Bulletin 1-1-2001; en Herdruk van hun tijdschrift De Wachttoren, Getrouw en onbevreesd in weerwil van nazi-onderdrukking, 1-4-2000, p. 24-28; R. van den Heuvel (Jehova Getuige), Het ontbrekende hoofdstuk De vervolging van Jehova’s Getuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Auschwitz Bulletin, jan. 2001, pp. 46-49; Voor scholen ontworpen door JG: Handleiding bij de documentaire Jehovah’s Getuigen standvastig onder Nazi-terreur (Emmen: Bijbel- en Traktaatgenootschap, afdeling AInlichtingen, 2001)
4 https://nl.wikipedia.org/wiki/Slachtoffers_in_de_Tweede_Wereldoorlog
5 Maurice en Jeanett Rosé, Achter de glimlach van Jehova’s getuigen, p. 52
6 Robin de Ruiter, De verborgen macht achter de Jehova’s Getuige, p.135
7 Ds. S.P. van Assenbergh, De Valse Godsdienst der Jehova’s Getuigen, p. 36, 37
8 Raymond Frans, Gewetensconflict, p.120 Sinds een wijziging van inzicht (“nieuw licht”) in 1996 wordt vervangende dienst gezien als een vorm van belasting.[79] In de voorgaande jaren werden Jehova’s getuigen die wel vervangende dienst accepteerden uitgesloten.[80]
9 Robin de Ruiter, De verborgen macht achter de Jehova’s Getuigen, p.110; Detlef Garbe, Zwischen Widerstandund Matyrium- Die Zeugen Jehovas im ‘Dritten Reich’, Proefschrift, Hamburg 1989, p. 533
10 http://www.oorlogsslachtofferswestbetuwe.nl/info-jehova-s-getuigen.html
11 Richard Singelenberg, Ook Jehovah’s Getuigen waren slachtoffer van Nazi-regime, Trouw, 2-5-1995 https://www.trouw.nl/cultuur-media/ook-jehovah-s-getuigen-waren-slachtoffer-van-nazi-regime~b83eed97/?referer=https://www.google.com/
12 DVD Getuigenverslag Jehova’s Getuigen tijdens het nazisme. (2002) 17.50-19.40 min.; dr. L. de Jong, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 8, 1e helft, (’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1978) pp. 526, 527
13 Amber Dujardin, ‘Holocaustmonument miskent duizenden slachtoffers’, Trouw, 22-2-2017, https://www.trouw.nl/nieuws/holocaustmonument-miskent-duizenden-slachtoffers~b117be61/
14 https://nl.wikipedia.org/wiki/Niet-Joodse_slachtoffers_van_het_naziregime
15 Volgens historicus Detlef Garbe, die een lijvig proefschrift schreef over de JG in de periode 1933-1945. https://www.trouw.nl/cultuur-media/ook-jehovah-s-getuigen-waren-slachtoffer-van-nazi-regime~b83eed97/?referer=https://www.google.com/
16 Amber Dujardin, ‘Holocaustmonument miskent duizenden slachtoffers’, Trouw, 22-2-2017, https://www.trouw.nl/nieuws/holocaustmonument-miskent-duizenden-slachtoffers~b117be61/
17 Tineke Piersma, Getrouw aan hun geloof (Utrecht: van Gruting, 2005) 231 pp. In het artikel Jehova’s mogen niet op het monument van Bas Blokker NRC. Next, 22-2-2017, wordt gesteld dat volgens Tineke Piersma er een kleine honderd ipv een kleine 130 Nederlandse JG’s zijn omgekomen tijdens WO II.; R. van den Heuvel, Het ontbrekende hoofdstuk De vervolging van Jehova’s Getuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Auschwitz Bulletin, jan. 2001, p. 47
18 R. van den Heuvel, Het ontbrekende hoofdstuk De vervolging van Jehova’s Getuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Auschwitz Bulletin, jan. 2001, p. 47; dr. L. de Jong, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 5, 2e helft, (’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1978), p. 685
19 Citaat uit hun ‘Nieuwe Wereldvertaling van de Heilige Schrift’. Volgens de context is dit in de eerste plaats Sion, Gods volk Israël.
20 Dr. L. de Jong Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 5, 2e helft, p. 686 In dit standaardwerk worden vaker de JG vermeld (https://www.niod.nl/nl/download): Deel 1 (Voorspel), blz. 555; deel 4 eerste helft, blz. 89; deel 5 tweede helft, blz. 685-687; deel 7 tweede helft, blz. 1031, 1041, 1047; deel 8 eerste helft, blz. 18, 19, 41, 83, 84, 217, 250, 396, 551-554, 577; deel 8 tweede helft, blz. 591, 604, 614; deel 10b eerste helft, blz. 104; deel 13 (Bijlagen), blz. 105, 150.
21Richard Singelenberg, Ook Jehovah’s Getuigen waren slachtoffer van Nazi-regime, Trouw, 2-5-1995 https://www.trouw.nl/cultuur-media/ook-jehovah-s-getuigen-waren-slachtoffer-van-nazi-regime~b83eed97/?referer=https://www.google.com/
22 https://www.jw.org/nl/bibliotheek/tijdschriften/wp20101101/bijbel-profetie-staat-isra%C3%ABl/
23 https://www.jw.org/nl/wat-de-bijbel-leert/vragen/waarom-heeft-de-holocaust-plaatsgevonden/
24 Robin de Ruiter, De verborgen macht achter de Jehova’s Getuige, pp.75-92
25 https://www.jw.org/nl/jehovahs-getuigen/faq/jw-holocaust-feiten-concentratiekampen/
26 Josy Doyon, Herders zonder erbarmen pp. 144-146; Robin de Ruiter, De verborgen macht achter de Jehova’s Getuigen, p. 126
27 William J. Schnell, Dertig jaar in de greep der Jehova-Getuigen p. 195
28 Robin de Ruiter, De verborgen macht achter de Jehova’s Getuige, pp. 110-141
Illustrator onbekend