Het boek āEen antwoord op de homotheologieā van auteur Joe Dallas met een bijdrage van het prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut (Amsterdam: Oogstpublicaties, 2002) 81 paginaās, is een verkorte uitgave en vertaling door Hans Frinsel van het Amerikaanse boek āA Strong Delusion: Confronting the Gay Christian Movementā (Harvest House, 1996). De Amerikaanse auteur komt uit een homoseksuele levensstijl en was vijf jaar lang actief lid van een homokerk, tot hij eerlijk onder ogen durfde zien wat Gods Woord werkelijk wil zeggen over dit onderwerp.
hs = homoseksualiteit of homoseksueel of homoseksuelen
Hoofdstuk 1 De homotheologie in het kort
Om homoseksualiteit als een door God geschapen variant te zien, moet men eerst de traditionele zienswijze over homoseksualiteit (hs) ontzenuwen. De christelijke homobeweging probeert dat op vier manieren te doen:
- Vooroordelenargument [de betreffende Bijbelteksten zijn echter helder genoeg]
- Vertaalargument [hebben de Bijbelvertalers het dan 5x mis? ā onwaarschijnlijk!]
- contextargument [de teksten over hs staan in de context van seksueel immoreel gedrag]
- cultuurargument [Heeft de Bijbel het 5x mis? In verschillende culturen, zoals Hebreeuws en Romeins wordt hs afgewezen.]
Wat Bijbeluitleg betreft: elke ketter heeft zijn letter. Je kunt de Bijbel laten ābuiksprekenā. Probeer ik de Bijbel aan te passen aan mijn eigen begeerten of moet ik mijn begeerten zien in het licht van de Bijbel? De confrontatie met de homotheologie is een confrontatie met een misleidend element van deze tijd, de neiging om de objectieve waarheid ondergeschikt te maken aan de subjectieve ervaring.
Hoofdstuk 2 Algemene religieuze argumenten
Als de begrippen āwaarheidā en ādogmaā voor christenen geen zeggingskracht meer hebben, kan er dan nog wel sprake zijn van het begrip āzondeā? Natuurlijk is er plaats voor zachtmoedigheid, maar nooit ten koste van de waarheid.
2.1 Jezus heeft niets over hs gezegd.
Gedachte: als Jezus bepaald gedrag niet specifiek verboden heeft, heeft Hij dit dan ook niet zo belangrijk gevonden.
Antwoorden:
- De evangeliën hebben niet meer autoriteit dan andere Bijbelboeken. De hele Schrift is door God geïnspireerd.
- Dit argument gaat ervan uit dat de evangeliƫn allesomvattend zijn, maar dat zijn ze duidelijk niet. Omdat Jezus niets zei over bv het slaan van je vrouw of incest mag je niet concluderen dat Jezus dit goedkeurt.
- Wij weten niet alles wat Jezus gezegd heeft. De evangeliƫn zijn geen uitputtend en volledig verslag van Zijn hele leven en werk. Hs wordt zowel in OT als NT overduidelijk genoemd en afgewezen. Jezus wees er wel specifiek op wat de oorspronkelijke bedoeling van God met de seksualiteit was: Marcus10:6-9.
2.2 āIk ben een wedergeboren gelovige en ik ben homo, hoe kan dat als hs verkeerd is?
Antwoord: Dit argument gaat uit van de onhoudbare suggestie dat alles wat een christen doet, goed is in Gods ogen.Ā Het behouden zijn is geen vrijbrief om te zondigen. Hoe gelovig of geliefd door God deze persoon ook is, toch kan hij zonder het te weten in de duisternis wandelen. De vraag is niet: āKan iemand die hs leeft God toebehoren?ā maar āIs hs volgens de Bijbel al of niet geoorloofd?ā
2.3 āIk ga naar een homokerk waar de gaven vd Geest en de aanwezigheid van God duidelijk zichtbaar zijn. Hoe kan dat, als hs verkeerd is?ā
Antwoord: Dit antwoord is misleidend, omdat het suggereert dat Gods gaven en aanwezigheid een bewijs van Zijn goedkeuring zijn. 3 mogelijke situaties: 1. God was helemaal niet aanwezig en wat ze voelde was slechts emotie 2.Ā Wat men voelde was duivels bedrog. 3. God was inderdaad aanwezig. (en wat dan nog?) Vgl. de toestand in de gemeente te Korinthe: daar was God aanwezig, maar er waren ook veel ernstige misstanden.
2.4 āMijn partner en ik hebben een monogame relatie en we houden echt van elkaar. Dat kan toch niet verkeerd zijn!ā
Antwoord: Deze suggestie dat liefde een relatie rechtvaardigt is verleidelijk maar misleidend. Liefde in zichzelf maakt een relatie nog niet goed. Een van de meest voorkomende fouten die gemaakt worden op het gebied van christelijke ethiek, is de poging om de liefde tot een alomvattend, spiritueel begrip te maken, dat de macht bezit om alles wat in haar naam geschiedt, te rechtvaardigen. Jezus maakte zijn discipelen herhaaldelijk duidelijk dat ook liefde Gods plan met je leven in de weg kan staan. Hij waarschuwt dat de liefde voor wie dan ook, ongeacht hoe legitiem die liefde ook kan zijn, tot zonde wordt, zodra die liefde groter is dan onze liefde voor God. (Mat.10:37) Een getrouwde man kan tot over zān oren verliefd worden op een andere vrouw, maar dat rechtvaardigt nooit het plegen van overspel. Maar wij willen vooral vriendelijk zijn. Dat is een vreemde tendens die de kerk binnengedrongen is. āLief-zijn-voor-elkaarā is belangrijker geworden dan de waarheid. De immoraliteit heeft vrij baan gekregen, zelfs onder christelijke leiders. Wat mensen wordt voorgespiegeld is een āgebruiksvriendelijke Godā, die minzaam glimlachend neerkijkt op hun zelfgekozen levensstijl, terwijl ze doorgaan met leven zoals zij dat zelf willen.
2.5 āIk heb naar verandering gezocht, maar het lukte niet. Daarom moet het wel Gods wil zijn dat ik āzoā ben.ā
Antwoord: Of een homo wel of niet kan veranderen is het meest controversieel. Dit argument is onlogisch, omdat het veronderstelt dat āonveranderbaarā hetzelfde is als ālegitiemā. Dit is waar het bij elke christen om moet gaan: āhoe kan ik gehoorzamen?ā in plaats van āhoe kan ik veranderen?ā. Ongeacht de zwaarte van die strijd, Gods normen zijn onveranderd. Homoās kunnen veranderen en doen dat ook. Het is verkeerd en arrogant om te veronderstellen dat de ervaring van anderen dezelfde is of moet zijn als die van jezelf. Religieuze homoās zitten ernaast wanneer ze categorisch stellen dat niemand kan veranderen, omdat zij zelf niet veranderen. Hs gedrag is een zonde waarvan men zich moet bekeren, niet een seksuele reactie die men moet veranderen.
āOnaanvaardbaarā en ālegitiemā zijn 2 heel verschillende begrippen. Nergens in de Bijbel vinden we een zonde die toegestaan is wanneer blijkt dat de persoon die hem begaat niet in staat is om zijn hang naar die zonde te bedwingen.
āOnveranderbaarā betekent niet āacceptabelā. Ervaringen van de meerderheid zitten er meestal naast.
Hoofdstuk 3 Bijbelse argumenten
3.1 Schepping en scheppingsorde Gen.1:27, 28 2:18, 23, 24
Volgens de homo theologie verbiedt Genesis hs niet. Deze verzen kunnen niet beschouwd worden als model van alle paren, want er zijn kinderloze heteroseksuele paren en mensen die geen seksuele relatie hebben. Zij zijn daarmee niet zondig.
Weerlegging: Deze verzen zijn wel het basismodel. De man-vrouwrelatie, geschetst in Gen., is het enige seksuele gedragsmodel dat zowel in het OT als NT telkens positief wordt beoordeeld. Hoewel polygamie in de Bijbel wel voorkomt, wordt monogamie toch als de ideale norm beschouwd.
3.2 De verwoesting van Sodom Gen.19:4-9 Volgens de homo theologie werd Sodom verwoest vanwege de ongastvrijheid van haar inwoners en niet vanwege hs.
Weerlegging: Waarom zei Lot dan āā doet toch geen kwaad!ā? Het ging niet om gastvrijheid maar om seks, daarom bood Lot zijn dochters aan. Niet de zonde van Lot werd gestraft maar de zonde van de stad. Sodom werd verwoest wegens poging tot verkrachting en niet vanwege hs.
Weerwoord: Dit argument is gedeeltelijk waar. Er was inderdaad sprake van verkrachting, maar de gehele mannelijke bevolking was erbij betrokken, wat aangeeft dat hs wijd verbreid was in Sodom. Dit wordt bevestigd uit de vroege literatuur.
3.3 De echte zonden van Sodom waren volgens Eze.16:49 dat zij leefde āin trots, overdaad en zorgeloze rust, zonder de ellendige en de arme te ondersteunenā. Deze dingen hebben dus niets te maken met hs.
Weerwoord: Ook dit argument is gedeeltelijk waar. Hs was niet de enige zonde van Sodom. EzechiĆ«l zegt ook (16:50) dat Sodomieten verwaten waren en gruwelen bedreven. Deze gruwelen waren volgens 1 Pet.2: 6, 7 seksueel van aard āde losbandige wandel van die zedelozenā.
Zie ook Judas 7 (āhoererij en ander vlees achternagelopenā), en de apocriefe boeken 3Makkabeeen 2:5 (āzedeloosheidā) en Jubilees 16:6 (āonreinheid vd Sodomietenā).
3.4 De Levitische wet Lev. 18:22, 20:13
Volgens de homotheologie slaat dit op afgoderij en niet op hs. Gruwel zou slaan op rituele onreinheid, ipv iets dat wezenlijk slecht is.
Weerwoord: Naast verboden van hs worden andere seksuele zonden genoemd zoals overspel en incest. Overal in de hele Bijbel blijkt dat God deze praktijken afkeurt, ongeacht of er sprake is van enig ritueel of van afgoderij.
Bovendien wordt het woord āgruwelā ook voor zaken die niet met afgoderij te maken hebben gebruikt, zoals Spr. 6:16-19.
Als de praktijken in Lev. 18 en 20 alleen veroordeeld worden op grond van afgoderij, zou dat betekenen dat zonder afgoderij zij wel toegestaan zouden zijn. Maar dat zou betekenen dat incest, overspel, bestialiteit en kinderoffers (die in hetzelfde rijtje worden genoemd) ook toelaatbaar zouden zijn, zolang er maar geen afgoderij aan te pas komt. Dit is onacceptabel.
3.5 Paulus over ānatuurlijkā en tegennatuurlijkā Rom.1:26, 27
Volgens de homotheologie is de echte zonde hier het ingaan tegen wat men zelf als natuurlijk ervaart. Paulus wijst hier hs handelingen door kennelijk heteroseksuele personen af.Ā Hs bedreven door homofielen is geen zonde.
Weerwoord: Absoluut niets van wat hij zegt duidt erop dat hij zoiets kende als een āechteā homofiel tegenover een āonechteā. Hij zegt eenvoudig dat hs gedrag tegennatuurlijk is, ongeacht door wie het wordt bedreven. Met andere woorden: hs is biologisch onnatuurlijk, niet alleen voor heteroseksuelen, maar voor iedereen.
3.6 Andere homotheologen beweren dat deze verzen gaan over mensen die zich overgegeven hebben aan afgoderij en niet over homofiele christenen die de ware God aanbidden.
Weerwoord: De gehele afval van God heeft de juiste omgeving gecreƫerd voor hs als specifieke vorm van rebellie. Als de verzen 26 en 27 slaan op mensen die hs handelingen plegen die in verband staan met afgoderij en dat dus hs handelingen niet zondig zijn zonder afgoderij, dan moet dat ook gelden voor de verzen 29 en 30: onrechtvaardigheid, boosheid, hebzucht, slechtheid, moord enz.
3.7 Paulus en āarsenokoiteā 1Kor.6:9, 10, 1Tim.1:9, 10
Paulus heeft dit woord alleen gebruikt. Er bestonden andere woorden voor hs., maar die gebruikt hij hier dus niet. Het is daarom aannemelijk dat hij geen hs bedoelde, maar wel mannelijke prostitutie.
Weerwoord: 179 woorden worden door Paulus voor het eerst gebruikt. Dat wil niet zeggen dat de context van de verzen daardoor compleet zou veranderen. Hij heeft dit woord āarsenosā rechtstreeks ontleend aan de Griekse vertaling vh OT in Lev.18:22 en 20:13, teksten die hs gedrag duidelijk verbieden.
Bovendien: āarseneā betekent āmannelijkā en ākoiteā betekent ābedā. āHet bed moet onbezoedeld zijnā (NBG), āhoud het echtelijk bed zuiverā(NBV21) Paulus combineerde dus de twee woorden āmannelijkā en ābedā in seksuele betekenis. Er is geen enkele aanwijzing dat prostitutie bedoeld is bij het combineren van deze twee woorden tot āarsenkoiteā.
Hoofdstuk 4 De noodzakelijke confrontatie met de homotheologie
Wanneer homoās claimen dat hs een gave van God is en wanneer zij deze claim de gemeente binnen brengen, dan is het onze opdracht daar stelling tegen te nemen, om 3 redenen:
- De beweringen vd chr. homobeweging verdraaien de waarheid omtrent Gods bedoelingen. Daarmee geven zij een verkeerd beeld van Hem, en dat mag niet onbeantwoord blijven.
- De chr. homobeweging vraagt om hun leden in hun zonde te bevestigen, terwijl Gods Woord ons gebiedt het tegenovergestelde te doen.
- De zonde die zonder berouw onder de christenen getolereerd wordt is als een ziekte, die uiteindelijk effect zal hebben op het hele lichaam. 1Kor.5:15, 6. 7.
Dezelfde zachtmoedige en vergevende Jezus zag zonde niet door de vingers. Op.2:20-22 De confrontatie moet worden aangegaan met een broeder en niet met een vijand.Ā De hele gemeente (dus ook heteroseksuelen) is niet immuun voor seksuele zonden. We moeten ons dus presenteren als zondaars die andere zondaars tegemoet treden. Wij houden van elke christen en zeggen ākom strijd met ons tegen de zonde.ā
Hoofdstuk 5 Wetenschappelijke argumenten in de discussie over hs.
5.1 Inleiding
Wat zijn de biologische achtergronden van hs? Is het biologisch bepaald? In hoeverre is hs aanleg veranderbaar? 2 opmerkingen:
- Aan gegevens en inzichten willen we niet voorbijgaan, maar niet automatisch accepteren wat wetenschappelijk onderzoek en theorievorming naar voren brengen. Wetenschap houdt zich bezig met dat deel vd werkelijkheid dat voor de wetenschappelijke methode toegankelijk is.
- Men kan onderscheid maken tussen hs gedrag (homoseksueel) en hs gerichtheid (homofiel). In hoofdzakelijk Engelstalige wetenschappelijke literatuur wordt dit onderscheid veelal niet gemaakt. In de hier gebezigde terminologie is een hs persoon iemand met een hs gerichtheid zonder dat dit noodzakelijkerwijze samengaat met een hs levenswijze.
5.2 De oorzaak van hs
Uit diverse onderzoeken worden tegenstrijdige conclusies getrokken. Drie relatie benoemen we tussen genetische factoren en de oorzaak van hs:
5.2.1 X-chromosoom onderzoek
Men vond geen enkele aanwijzing dat er een verband zou zijn tussen het vóórkomen van hs en een bepaald X-chromosoom dat door moeder op zoon zou zijn overgebracht.
5.2.2 Tweelingenonderzoek
Genetische factoren geven in elk geval geen afdoende verklaring voor de ontwikkeling van de seksuele gerichtheid. Uit onderzoek onder mannelijke en vrouwelijke tweelingen blijkt dat niet uitsluitend genetische factoren de seksuele oriëntatie beïnvloeden. Ook milieufactoren spelen een belangrijke rol. Wel vond men bij vrouwen een significante invloed van genetische factoren. Bij sommigen bestaat de behoefte om een biologische verklaring voor hun hs gerichtheid te vinden, want dat zou hun corresponderende gedrag rechtvaardigen. Anderen willen juist hun gerichtheid en leefwijze niet tot een biologische aanleg, maar tot een persoonlijke keuze, hun zelfgekozen identiteit en levensstijl. Statistische verbanden geven een bepaalde samenhang op groepsniveau en geen verklaring op individueel niveau.
5.2.3 H-Y antigenenonderzoek
De ontdekking van hs bij broers lijkt geen belangrijke oorzaak voor het ontstaan van hs bij mannen.
De relatie tussen niet-genetische factoren en de oorzaak van hs. In bepaalde studies is gevonden dat bij volwassen homoseksuelen in een relatief hoog aantal gevallen sprake is geweest van seksueel misbruik in de jeugd. Verstoringen in het gezin blijken samen te hangen vaker voor te komen van hs bij de kinderen. Samenvattend: er blijkt nog veel onduidelijk te zijn over de rol van mogelijk genetische factoren in het ontstaan van hs. Ook milieufactoren lijken een rol te spelen, maar geven zeker geen afdoende verklaring voor de ontwikkeling van de seksuele gerichtheid.
De relatie tussen biologische structuren (hersenstructuren)en de oorzaak van hs. Hierin bestaat nog veel onduidelijkheid.
5.3 Mogelijke veranderbaarheid van hs
Veranderbaar? In een studie uit 1962 naar hs kwam men tot de conclusie dat een verandering van hs een mogelijkheid is voor alle hs die sterk gemotiveerd zijn om te veranderen. In een verslag uit 1990 werd gerapporteerd dat 84 % vd onderzochte hs hun seksuele oriĆ«ntatie tenminste 1x hadden veranderd en 32 % was 2x veranderd. Alle behandelingsprogrammaās die gericht waren op verandering van hs naar heteroseksualiteit behoorlijk succesvol zijn geweest.
Normalisering van hs Het normaliseren van hs door de invloedrijke American Psychiatric Association werd gedreven door politieke en niet door wetenschappelijke argumenten. De definitie van hs: ziekte /stoornis bij psychische en gedragscondities wordt veelal bepaald door de heersende publieke opinie. Vanuit de visie van homoactivisten achten zij verandering van seksuele oriĆ«ntatie niet wenselijk. Desondanks worden er vele hulpverleningsprogrammaās aangeboden aan hs door psychotherapeuten en religieuze groepen. De veranderbaarheid van hs oriĆ«ntatie wordt door sommigen wel maar door anderen niet onderschreven. De opvattingen vd onderzoekers hebben invloed op de uitkomsten vd onderzoeken.
āBehorenā en āzijnā Wat is normaal? Aangeboren en normaal gaan niet noodzakelijkerwijs samen. Aangeboren gedrag is niet automatisch moreel te rechtvaardigen. (bv het rechtvaardigen van alcoholisme op grond vh bestaan van alcoholisme.) Het simpele bestaan van hs geeft in elk geval geen ethische rechtvaardiging van een hs leefwijze.