āWie als eerst pleit, lijkt zijn recht te krijgen, maar dan komt zijn tegenstander, en die vecht het aanā Spr.18:17 NBV)
Over wat er precies gebeurd is āIn den beginneā verschijnen steeds weer nieuwe boeken. G. van den Brink schreef het boek: En de aarde bracht voort Christelijk geloof en evolutie. Dit boek deed de doctor in de theologie, biologie en psychologie W. Ouweneel besluiten om daar weer met een boek op te reageren. Ouweneel vindt namelijk dat wie de evolutie kritiekloos overneemt, de hele christelijke theologie op losse schroeven zet en is daarmee bang voor het domino- effect.
Hij dient twee Amerikanen van repliek: de theoloog en oudtestamenticus J. Walton; auteur van de boeken The Lost World of Genesis One (2009), The Lost World of Scripture (2013) en The Lost World of Adam and Eve (2015) en biochemicus D. Alexander (auteur van Creation or Evolution. Do we have to choose? (2008). Paul begint echter met exegetische doorkijkjes in Genesis, met uiteraard nadruk op de eerste hoofdstuk ken, waar hij terecht wijst op de eenheid van de eerste drie hoofdstukken van Genesis, de eenheid van het hele Bijbelboek oorspronkelijk aan Genesis en de eenheid van de Bijbel als geheel. Heel duidelijk neemt Paul als geloofsuitgangspunt vanuit het Woord en niet vanuit ādeā wetenschap (bestaat die wel?). Een moderne mening is dat de wetenschap zou mogen of moeten dicteren hoe we de scheppingsteksten exegetisch moeten lezen. Wanneer Bijbel en natuur elkaar tegenspreken, menen theĆÆstische evolutionisten dat de evolutietheorie zo sterk staat dat er een aanpassing van de klassieke uitleg van Genesis 1-3 moet komen (p. 441).
Hebben jodendom en christendom dan duizenden jaren lang de eerste hoofdstukken van Genesis verkeerd opgevat? (p. 267). Dat lijkt volgens de auteur toch zeer onwaarschijnlijk. Alle kerkvaders gingen uit van een schepping in zes dagen (p. 457). Bezwaren zijn er te over. Het essentiĆ«le evolutionistische begrip āsurvival of the fittestā is onverenigbaar met een moreel goede en barmhartige God die de zwakken bescherm. Het recht van de sterkste vloekt met de ethisch hoogstaande Bergrede die begint met de zaligsprekingen van de Here Jezus. Hoe kan bovendien een goede God lijden en dood een plek hebben gegeven vóór de zondeval? Daarnaast is denken over hogere en lagere mensenrassen verder strikt verwerpelijk.
Als de evolutietheorie correct is zouden er ontelbare tussenvormen moeten zijn, maar die ontbreken nog steeds.
Als de evolutietheorie correct is zouden er ontelbare tussenvormen moeten zijn, maar na intensief zoeken ontbreken die nog steeds. Het Bijbelse verslag over de schepping van Eva is een zeer serieuze verhindering voor een leer over de schepping door evolutie (p-371). Nog meer grote bezwaren, tegen de evolutie, door allerlei mensen van naam aangedragen, passeren de revue, wat aangeeft dat evolutie āecht niet zo vanzelfsprekend is, ook al wordt deze optie door bijna iedereen kritiekloos aangeprezen. Concluderend blijken volgens Paul schepping en evolutie onverzoenlijke verklaringen te zijn voor het hoe en wat in den beginne. Door middel van de uitgebreide index achterin kan de lezer makkelijk terugvinden wie wat waarom beweerde. Dit apologetische, heldere en geĆÆllustreerde werk kan ik van harte aanbevelen!
dr. M.J. Paul ~ Apeldoorn: Labarum Academic ~ 2017 ~ 525 paginaās ~ ISBN 9789402904956 ~ ā¬24,95