Omstanderschap bij seksueel misbruik, boekrecensie ‘Het hele dorp wist het’

| Aangepast 15-05-2025 | Geplaatst 15-05-2025 | Leestijd 6 minuten

Het boek ‘Het hele dorp wist het’ gaat over seksueel misbruik wat aan het licht komt. Er zijn altijd drie partijen: daders, slachtoffers en omstanders. Het boek focust op de rol die we allemaal hebben als medemensen, als omstanders. Als je weet van seksueel misbruik en het onderwerp en het slachtoffer niet doodzwijgt, hoe ga je er op een goede manier mee om? En dat is teer, lastig en moeilijk. Over omstanderschap bij seksueel misbruik wordt niet vaak gesproken en bij ‘verkeerd meeleven’ wordt het trauma alleen maar vergroot.

Het boek gaat over de hoofdpersoon ‘Lenneke’ van twaalf jaar die seksueel misbruikt wordt door haar opa. Maar gaandeweg lees je in de hoofdstukken dat het niet alleen Lenneke is, maar ga je ook een generatie terug. Haar moeder en twee zussen werden door hun eigen vader seksueel misbruikt. Ze wisten het niet eens van elkaar. En daarnaast is er ook het 16-jarig kantoormeisje, dat door ‘opa’ wordt misbruikt op kantoor en later zelfs in haar eigen huis.

1. Goedbedoelde opmerkingen

Seksueel misbruik mag niet. Dat hoeven we niet te toetsen of te bediscussiëren. Maar hoe gaan we als omstanders ermee om als zo’n heikel onderwerp in je omgeving voortkomt? Na het seksueel misbruik komen er vaak nog vele goedbedoelde opmerkingen die het misbruik en de herinneringen bij het slachtoffer weer naar boven laten komen. Men noemt dit ook wel de ‘second rape’, waarin de nasleep, hetzelfde impact heeft als het misbruik zelf. Zulk soort opmerkingen zijn niet helpend. Wat wel helpt is om naast diegene te staan, er te zijn en te luisteren en samen mee te huilen; zie ook de tips onderaan dit artikel.

2. Geroepen om te onderzoeken

De schrijfster zelf, Rinke Verkerk, wordt plotseling overspoeld door heftige trauma­reacties die sterk doen denken aan seksueel misbruik. Ze vraagt zich af of het haar ook is overkomen. Of in haar omgeving? Ze voelt de drang om diep in haar verleden te duiken, maar botst op weerstand in haar omgeving. Opeens moest ze denken aan een meisje, Lenneke, van de Middelbare school in het dorp. Het onderwerp ‘omstanderschap’ en haar eigen gedachten lieten haar niet los. Ze voelde zich geroepen om dit te onderzoeken. Ze googelde de naam van haar oud klasgenoot Lenneke, schreef een persoonlijke en kwetsbare e-mail en kwam in contact met Lenneke. Rinke deed ruim twee jaar over het schrijven en bijschaven van het boek, waarbij ze bij andere familieleden, direct betrokkenen en professionals interviews afnam. De dader, opa, was inmiddels overleden.

3. Geloof

Het misbruik vindt plaats bij een strenggelovig gezin. Hoewel het extra pijnlijk is dat het misbruik tegen Gods geboden ingaat, wordt er niet denigrerend gedaan over gelovigen en wordt het als feit benoemd. Opvallend is dat zelfs de kerkenraad aan de vrouw van de dader toestemming geeft om te scheiden. Wat ze overigens niet doet. Ze blijft haar man, de dader, trouw.

4. Enkele quotes

Door het boek heen zijn er steeds bepaalde zinnen gelardeerd die feitjes weergeven over misbruik, bijvoorbeeld: Een derde van de misbruikers is zelf misbruikt. Of: als slachtoffer van seksueel misbruik loopt Lenneke een hoger risico om in een onveilige situatie te belanden. Of: misbruik is iets waar iedereen van wegkijkt, waardoor we het aan de lopende band aantrekken als een magneet en ons tegelijkertijd afvragen: waarom overkomt dit óns nu steeds? (p. 224).

5. Barsten in de stolp

De schrijfster vergelijkt het misbruikt als een miniatuurhuisje onder een glazen stolp. Dat is ook de illustratie op de cover. Uiteindelijk legt Tamara een bom onder de stolp die hem aan gruzelementen zal blazen. (…) Misbruik bestaat uit een complex web van daders, slachtoffers en omstanders. Het ontrafelen daarvan kost tijd. Dader en slachtoffer zijn meestal bekenden van elkaar. (..) Omstanders hebben tijd nodig om te bevatten wat er aan de hand is, om grip te krijgen op wat er zich eerst in het geheim heeft afgespeeld en om te kunnen bepalen welke rol ze zelf kunnen spelen in het stoppen en verwerken van het misbruik (p. 133).

6. Persoonlijk

Als lezer kan het boek van harte aanbevelen. Het bevat geen grof taalgebruik en gaat eervol om met personen en situaties rondom het misbruik. Het boek leest makkelijk weg en is zo opgebouwd dat je gaandeweg de familie beter leert kennen. Maar je krijgt ook meer begrip en identificeert je met de verschillende reacties en personages. Persoonlijk sluit het boek aan bij één van mijn motto’s: ‘Woorden hebben kracht’. Om samen te blijven oplopen en er te zijn. Dat geldt niet alleen in situaties van (seksueel) misbruik maar ook rondom familievetes, echtscheidingen of wanneer iemand in aanraking komt met justitie. Wat zou Jezus doen? In ieder geval niet weglopen, maar liefdevol Zijn arm om die persoon heenslaan en samen huilen om het verdriet.

7. Praktische tips voor omstanders

De rol van jou als omstander doet ertoe. Wat kun je als omstander wél en niét doen bij seksueel misbruik? Vijf praktische tips van de auteur:

1. Kijk niet weg – zie wat er echt speelt.
Seksueel misbruik komt overal voor, ook in jouw omgeving. In Nederland is gemiddeld één op de acht kinderen op de basisschool slachtoffer geweest, en in een middelbare schoolklas met 16-jarigen gaat het om twee tot drie leerlingen per klas. Vaak gaat het om mensen die ‘normaal’ of zelfs sympathiek overkomen – in 87% van de gevallen is de dader een bekende van het slachtoffer. Het is belangrijk dat je dit onder ogen durft te zien. Wegkijken is geen neutrale keuze: het maakt je medeplichtig. Wees de persoon bij wie slachtoffers zich veilig genoeg voelen om hun verhaal te doen.

2. Word een luisterend oor als iemand je in vertrouwen neemt.
Geloof het slachtoffer, neem hem of haar serieus. Je hoeft niet op details door te vragen – dat is aan professionals. Blijf rustig en houd je emoties onder controle, zodat het gesprek niet over jou gaat. Let ook op dat je niet onbedoeld het slachtoffer de schuld geeft. Vragen als “Waarom deed je niets?” kunnen ontzettend kwetsend zijn. Laat vooral weten: jij hebt hier géén schuld aan. Met een moeilijk woord heet dat: ‘exonereren’.

3. Schakel direct professionele hulp in.
Probeer het probleem niet zelf op te lossen. Je kunt laagdrempelig hulp inschakelen via Centrum Seksueel Geweld centrumseksueelgeweld.nl – zij bieden anonieme chats en telefoongesprekken aan. Daar werken deskundigen samen: van zedenpolitie tot hulpverleners. Zij kunnen je begeleiden bij de juiste stappen.

4. Blijf beschikbaar – ook op de lange termijn.
De impact van seksueel misbruik kan levenslang voelbaar zijn. Laat merken dat je er bent, niet één keer, maar telkens weer. Ook jaren later. Vraag af en toe hoe het gaat, blijf betrokken en sluit het slachtoffer niet buiten.

5. Houd daders verantwoordelijk – zonder hen te demoniseren.
Verketter de dader niet, hoe begrijpelijk dat ook lijkt. Dat helpt het slachtoffer meestal niet. Een dader die volledig wordt buitengesloten, loopt juist meer kans opnieuw over de grens te gaan. Maak een onderscheid tussen de daad en de persoon. Je kunt het gedrag ten strengste afkeuren, terwijl je de mens daarachter niet volledig afschrijft. Dat is wat God ook doet; Hij haat de zonde en heeft de zondaar lief. Verantwoordelijkheid betekent óók ruimte bieden voor erkenning, straf en herstel.

Heel het dorp wist het | Rinke Verkerk | 2024 | 279 pagina’s | Uitgave van De Correspondent

Lees ook het artikel op RTL Rinke wist dat Lenneke werd seksueel misbruikt

 

Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de stichting en de auteur / vertaler worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact met ons op via het contactformulier.

Help je mee?

Heb je een artikel gelezen en heeft het je geholpen? We zouden het waarderen als je een paar euro overmaakt, zodat de website online beschikbaar blijft.

Meer lezen?

Share This