Erfelijkheid is de overdracht van zichtbare of onzichtbare eigenschappen van een generatie van een organisme naar de volgende generatie. Op populatieniveau is erfelijkheid een maat voor het aandeel van de variatie in een bepaalde eigenschap dat door genetische factoren (variatie in DNA) verklaard wordt.
Wat wil je nalaten als geestelijk testament? Welke levenslessen heb je in je leven geleerd en zou je graag willen delen met anderen? Drie Promise-mannen schreven samen honderden artikelen met de Bijbel als leidraad. De redactie vroeg Gerard Feller, Piet Guijt en Willem Jan Pijnacker Hordijk om hun gedachten aan het (digitale) papier toe te vertrouwen.
Het wonder van nieuw leven fascineert de mens al eeuwenlang. De ontwikkeling van geavanceerde medische technologieën heeft onze kijk de laatste decennia op voortplanting drastisch veranderd. Niet alleen kunnen we nu ingrijpen in natuurlijke processen om kinderloosheid te verhelpen, maar we kunnen zelfs het DNA van ongeboren kinderen beïnvloeden. Of overleden mensen postuum ouder ‘maken’. Deze technologische vooruitgang roept echter ook belangrijke ethische vragen op. In het boek ‘Geboren, niet gemaakt’, uitgegeven door het Lindeboom Instituut, wordt deze problematiek diepgaand besproken. Het biedt een christelijk perspectief op medische ethiek rondom voortplanting, met bijzondere aandacht voor thema’s zoals IVF, stamcelonderzoek en genetische manipulatie. De auteurs pleiten voor de beschermwaardigheid van het ongeboren leven, te midden van de groeiende wens van ouders om niet alleen kinderen te krijgen, maar ook invloed uit te oefenen op hun gezondheid en eigenschappen. Dit boek vormt een waardevolle bijdrage aan het debat over de grenzen van menselijke maakbaarheid en de ethische consequenties daarvan.
De 21e eeuw wordt wel de eeuw van de genetica genoemd en dat is niet voor niets. Er zijn al ongelofelijke dingen mogelijk en er zullen in rap tempo nog veel meer onvoorstelbare dingen mogelijk zijn in dit wetenschappelijke veld. Gerard Feller beschouwt deze nieuwe ontwikkelingen en stelt in dit artikel duidelijk: alleen met een gefundeerd christelijk en Bijbelgetrouw wereldbeeld kunnen wij als Gods kinderen deze ontwikkelingen tegemoet treden.
We leven in een tijd van ongekende technologische vooruitgang. In slechts drie decennia zijn wetenschap, politiek en communicatietechnologieën drastisch veranderd. Waar 25 jaar geleden een computer nog een zeldzaamheid was onder studenten, heeft nu meer dan de helft van de wereldbevolking toegang tot het internet. Sociale media zijn geëxplodeerd.
Deze lezing van drs. Robert Jan Bleeker werde gehouden op de KNP-studiedag op 27 november 2010 te Kesteren. Sommige zaken zijn gedateerd, maar de overall boodschap is nog steeds relevant. ‘Van Adam tot Cyborg’, onderzoekt de rol van NBIC-technologieën – de samensmelting van nanotechnologie, biotechnologie, informatietechnologie en cognitieve wetenschappen. Hoewel deze innovaties enorme kansen bieden, brengen ze ook gevaren met zich mee, vooral als transhumanisten hun zin krijgen. Het transhumanisme, dat streeft naar een verbeterde, bijna goddelijke mens, vereist een kritische blik. Kunnen we deze ontwikkelingen zomaar omarmen, of moeten we op een bepaald moment “nee” durven zeggen? Maar kunnen we dat dan nog, of is het te laat?
De moderne geneeskunde biedt vele mogelijkheden waarvan met dankbaarheid gebruik gemaakt kan worden. Maar niet alles wat technisch kan, is ook aanvaardbaar en wenselijk. Aan de xenotransplantatie kleven althans vooralsnog zoveel bezwaren dat men daar zeer terughoudend tot afwijzend tegenover moet staan. In elk geval is experimenteel onderzoek met patiënten nu niet aanvaardbaar. En er heeft nog onvoldoende bezinning plaatsgevonden op deze ontwikkeling om nu reeds te besluiten deze techniek verder te ontwikkelen. Ethische overwegingen over het gebruik van dierlijke donororganen bij mensen betreft niet alleen de mens maar ook het dier.