1. Inleiding
Enige dagen geleden behandelde ik in de reeks over de Ster van Bethlehem, de hypothese Coma Berenices. Toen had ik beloofd om verder in te gaan op het boek van E.W. Bullinger āHet Getuigenis van de Sterrenā. Dit boek geeft een theologisch aandoende beschrijving wat er aan de sterrenhemel is te zien. Of zoals het op de achterkant staat: āDit boek geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden.ā In de Bijbel lezen we hoe āde hemelen Gods eer vertellenā (Psalm 19:2a), en dat God āhet getal der sterren kent; Hij noemt ze alle bij namenā (Psalm 147: 4).
2. Sterrennamen
Op basis van deze twee stellingen vraagt de schrijver zich af wat die namen dan wel zijn en hoe die dan Gods eer kunnen vertellen. Hij ziet een profetische betekenis in deze namen en de situering van de sterren aan de hemel (p.9) Maar alvorens wij een profetische betekenis kunnen geven, is het van belang of wij kunnen bepalen welke namen God aan de sterren heeft gegeven, en de schrijver verwijst dan naar bekende Bijbelgedeeltes als Job 9 en Job 38 waar een aantal benamingen van sterren of sterrenbeelden wordt gegeven (p. 17). Echter er zijn met het blote oog ruim 3000 sterren zichtbaar terwijl in de Bijbel slechts een handvol worden genoemd, zelfs de sterrenbeelden waarvan er ongeveer 90 zijn worden niet allemaal genoemd. Om deze namen dus te achterhalen moet de schrijver dus wel andere seculiere bronnen op na slaan.
3. Ā Bronnen van de namen
Het gros van de huidige sterrennamen afkomstig van de Arabieren of de Grieken. Sommige van deze namen zijn weer afgeleid van oudere namen die de BabyloniĆ«rs en SumeriĆ«rs deze sterren hebben gegeven. De benaming van de Arabieren en de Grieken hadden voornamelijk tot doel als navigatiehulp voor hun reizen, hetzij in de woestijn hetzij op zee, vandaar dat veel sterrenbeelden betrekking hebben op Griekse mythes (dat was namelijk gemakkelijker te onthouden). Het is zelfs zo dat verschillende sterrenbeelden samen weer een groep vormen die samen een mythe vormen. Bijvoorbeeld het sterrenbeeld Perseus is gesitueerd in de buurt van Andromeda die hij moest redden van het watermonster Cetus, zelfs de ouders van Andromeda, koning Cepheus en koningin Cassiopea komen voor als sterrenbeelden, terwijl de ster Algol ( Persii b ) in connectie wordt gebracht met het hoofd van de verschrikkelijke Medusa. De BabyloniĆ«rs en SumeriĆ«rs daarentegen bedreven astrolatrie (het aanbidden van hemellichamen zoals de Zon, Maan en planeten) vermengd met een grote dosis astrologie. In de Bijbel zien we dan ook verschillende van deze sterrengoden genoemd (2 Kon 17:30) en de waarschuwing dat deze NIET aanbeden mogen worden (2 Kon 17:16). In Jesaja 47:13 wordt tegen deze astrologen het volgende gezegd āzij die de hemel waarnemen, die in de sterren kijken, die de nieuwe manen voorzeggen; en laat ze u verlossen van die dingen, die over u zullen komen. ⦠het vuur zal ze verbrandenā.
Dus bij het bestuderen van deze seculiere bronnen moet men zeer kritisch zijn en de diverse seculiere bronnen niet verwarren met hetgeen in de Bijbel staat. Bovendien moeten wij constant in het achterhoofd houden dat God de schepper is van deze hemellichamen.
4. Werk van Bullinger
E.W. Bullinger heeft het boek netjes opgedeeld in verschillende hoofdstukken die allemaal gaan over een bepaald sterrenbeeld. Helaas blijkt dat hij de diverse astronomische vaktermen door elkaar haalt, zo stelt hij (p. 43) dat het sterrenbeeld Coma (Berenices) op oude Dierenriemen wordt weergegeven. De Dierenriem ofwel de Zodiak zijn die sterrenbeelden waar de Zon, Maan en planeten doorheen trekken. Gezien de locatie aan de hemel, is het absoluut onmogelijk dat dit sterrenbeeld onderdeel uitmaakt van de Dierenriem. Een ander voorbeeld betreft de Ster van Bethlehem (p.47), hij geeft aan dat in 125 v.C. een nieuwe ster verscheen, hij bedoelt een supernova. Echter een supernova is geen nieuwe ster maar juist het einde van een ster, dit blijkt ook dat supernovae na een aantal dagen tot weken zwakker worden en uiteindelijk helemaal onzichtbaar worden. Blijkbaar kende Bullinger dit feit niet in tegenstelling tot de toenmalige astronomen!
Vele namen van sterren zijn genoemd en tot mijn verbazing bijna allemaal herleid naar een Hebreeuws woord.
In ieder hoofdstuk worden de vele namen van sterren genoemd en tot mijn verbazing bijna allemaal herleid naar een Hebreeuws woord. Vreemd genoeg blijkt dat deze benamingen bijna altijd strijdig zijn met de gangbare betekenis. De vraag is dan ook gerechtigd welke bronnen de schrijver hanteerde en waarom astronomen als L. Ideler, G. Schiaparelli en R.H. Allen, allen tijdgenoten en de eerste twee bovendien christenen deze bronnen niet hadden? Hoe komt het dat deze astronomen tot andere conclusies komen en deze ook heden ten dage nog steeds niet weerlegd zijn?
5. Lijst van enige sterren met hun betekenis
Voor alle duidelijkheid zal ik een lijst geven van enige sterren met hun betekenis:
Ster
|
Betekenis volgens Bullinger
|
Bijbeltekst
|
Echte betekenis
|
Achernar (Eridanus)
|
Het laatste gedeelte van de rivier (van vuur)
|
2Tes.1:7-8; Nah.1:5-6
|
afk. van Al Ahir al Nahr = Het einde van de rivier (Ar.)
|
Aldebaran (Taurus)
|
De Gouverneur
|
Ps. 22:28; Zach.9:7
|
van Al Dabaran = de volgeling (Ar.) nl. van de PleĆÆaden
|
Alioth (Ursa Major)
|
Schaap, Zonde-offer
|
Lev.16:15,27
|
Van Al Hawar (Ar.) Het wit van het oog
|
Altair (Aquila)
|
De gewonde
|
Ps.38:2,10; Jes.53:5
|
afk. van Al nasr al TaĆÆr = de vliegende adelaar (Ar.)
|
Antares (Scorpio)
|
Verwonden
|
Jes. 53:5; Zach.13:6
|
Van gelijk aan, of rivaal van Ares (=Mars) (Gr.)
|
Arcturus (Boƶtes)
|
Hij komt
|
Ps. 96:13
|
Berenhoeder (Gr.)
|
Bellatrix (Orion)
|
Snel vernietigend
|
Ez.28:16
|
De vrouwelijke vechtster (Gr.)
|
Betelgeuze (Orion)
|
De Spruit die komt
|
Jes.4:2; Mal. 3:1-2
|
afk. van Ibt al Jauzah = de oksel van Jauzah (Ar.)
|
Canopus (Argo Navis)
|
Het bezit van Hem Die komt.
|
Jes. 60:4-9
|
Roer (?) (Gr.)
|
Capella ( Auriga)
|
Vrouwelijke geit
|
Ez. 37:22-24
|
Vrouwelijke geit (Lat.)
|
Castor (Gemini)
|
Richter
|
Hand.7:27,35; Deut.18:15
|
Bever (Gr)
|
Deneb (Cygnus)
|
De rechter
|
Ps.9:8
|
Afk. van Al Dhanab al Dajajah (Ar.) = De staart van de krab
|
Fomalhaut (Pisces Australis)
|
Mond van de Vis
|
Mond van de Vis
|
|
Pollux (Gemini)
|
Hij die komt om te lijden
|
1Petr.1:11; Ps. 22
|
van Polydeuces = veel zoete wijn (Gr.)
|
Procyon (Can. Minor)
|
De redder
|
Jes.59:19-20; Jes.49:24-26
|
Voor de hond (Gr.) cf. het latijnse equivalent Antecanis
|
Regulus (Leo)
|
Onder de voeten vertrappen
|
Jes.63:3; Gen.3:15
|
Afgeleid van Rex, zo genoemd door Copernicus
|
Rigel (Orion)
|
De voet die verplettert
|
Gen.3:15
|
afk. van Rijl Jauzah al Yesra = Linker voet van de Jauzah (Ar.)
|
Sirius (Canis Major)
|
Prins
|
Jes. 9: 6
|
De schitterende (Arabisch)
|
Spica (Virgo)
|
De Spruit
|
Zach.3:8; 6:12
|
Korenaar (Lat.)
|
Vega ( Lyra)
|
Hij zal worden verheven
|
Jes. 52: 13)
|
De woestijn (Ar.)
|
Sommige benamingen kwamen pas eeuwen nadat de Bijbel was geschreven in zwang, zoals Regulus. Andere zoals Coma Berenices is zelfs duidelijk door wie deze benaming is gegevens en wanneer, namelijk door de Griek Conon in het jaar 243 v.C. ter ere van de vrouw van Euergetes. De opmerking van Bullinger (p.45) dat dit sterrenbeeld niet voorkomt op de dierenriem van de tempel van Dendera (Egypte) is dan ook volkomen correct, daar dit sterrenbeeld toen nog niet bestond. Coma is Grieks en de betekenis in het Nederlands is āHaar van Berenicesā, de betekenis die Bullinger er aangeeft (p. 43) āBegeerdeā van het Hebreeuws āchamadā is dan ook klinkklare onzin. Het āconcrete bewijs ⦠dat dit een verdraaiing isā door erop te wijzen dat āeen oude Egyptische naam voor dit sterrenbeeld Shes-nu, de begeerde zoon!ā is stuit op een aantal problemen: Ten eerste noemden de Egyptenaren deze plek āDe vele sterrenā.
Op bovengenoemde manier kunnen vele woorden opnieuw worden uitgelegd, beter is om ons zelf de vraag te stellen, dat als we al moeten twijfelen aan de betekenis die Bullinger geeft aan de diverse sterren en sterrenbeelden, wat we van de āprofetische betekenisā moeten denken.
6. Nabeschouwing
De uitgeefster van de Nederlandse uitgave schrijft al in het voorwoord dat ze de vrijheid hebben genomen om sommige te gedateerde zaken weg te laten. Als men deze uitgave met het origineel vergelijkt dan blijkt dat er een compleet hoofdstuk is weggelaten nl. āFor Signs and for Seasonsā. In dit hoofdstuk worden diverse berekeningen gemaakt, gekoppeld aan allerlei datums om zo te laten zien dat er een koppeling is tussen gebeurtenissen op aarde en de bewegingen van sterren. Waar nodig wordt zelfs gebruik gemaakt van gematria, het rekenkundige onderdeel van het occulte Kabbalah. Door dit soort berekeningen kunnen sommige gebeurtenissen heel profetisch lijken maar in werkelijkheid wordt hier een vorm van astrologie gehanteerd. De uitgeefster kan dan wel onder het mom van āgedateerdā zoān hoofdstuk weglaten, maar het geeft wel aan dat āWat echter blijft staan, is een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterrenā niet helemaal de waarheid is. De Bijbel geeft aan dat je geen astrologie mag bedrijven, dit valt niet te omzeilen door er een christelijk sausje om heen te doen en sommige erg choquerende zaken maar te verdoezelen. Astrologie is geen getuigenis van de sterren, maar een occulte afgodendienst aan sterren.
Hoe meer sterren je ziet en ervan leert hoe meer je tot het besef komt hoe groot God is, dat is het getuigenis van de sterren.
Als christenen mogen wij zeker naar Gods wonderlijke schepping van sterren kijken en hoe meer je er van ziet en leert hoe meer je tot het besef komt hoe groot God is, dat is het getuigenis van de sterren.
Helaas zijn er de afgelopen tijd verschillende schrijvers geĆÆnspireerd geraakt door deze voorloper van de New Age beweging, ik kan dan ook alleen maar naar aanleiding van bovenstaand schrijven concluderen, om zeer nauwkeurig dit soort boeken te onderzoeken met de Schrift erbij. Daarnaast blijkt hoezeer het nodig is om ook diverse woordenboeken te hanteren, daar gebleken is dat deze schrijvers op zeer handige manier woorden transponeren naar een andere taal en pas dan gaan beginnen met vertalen.
Auteur: Jan Pieter van de Giessen. Overgenomen met toestemming van www.bijbelaantekeningen.nl
Literatuur
- R.H. Allen, āStarnames, their Lore and Meaningā, New York, 1963.
- R. Burnham, āBurnhamās Celestial Handbookā, Dover, New York, 1978
- Brouwer, J.C., āHet geheim van de sterrenā, Vision Evangelische Uitg., Groningen, 1999.
- Bullinger, E.W., āThe Witness of the Starsā, Grand Rapids, 1995
- Rabbi J.C. Dobin, āThe astrological secrets of the Hebrew Sagesā, Inner Traditions Int. Ltd., New York, 1977.
- Fleming, K.C., āGodās Voice in the Starsā, Loizeaux Brothers Inc., USA, 1981.
- Gesenius, āHebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testamentā, Baker Book House, Grand Rapids, 1991.
- Gilbert, A.G., āWie waren de Wijzen uit het Oosten?ā, Fibula, Houten, 1997.
- R. Graves, āThe Greek Mythsā, Middlesex, 1955.
- L. Ideler āUntersuchungen über den Ursprung und die Bedeutung der Sternnamenā, Berlijn, 1809.
- Papke, W., āDas Zeichen des Messiasā, Bielefeld, 1995.
- W. Schadewaldt, āDie Sternsagen der Griechenā, Fischer Bucherei, Hamburg, 1956.